Ben je benieuwd naar hoe je de das in elkaar zet? Kijk dan deze video en volg de stappen

wat ik doe

Ik ben echt een nachtdier. Als het donker begint te worden ga ik naar buiten en ga ik (soms met andere dassen) op zoek naar eten. Niet al te ver van huis hoor, maximaal vier kilometer verderop. Ik woon samen met mijn familie in een burcht. Zo noemen we ons huis. Daar komt verder niemand bij; we laten zien dat het ons huis is met onze mest. Dat werkt natuurlijk heel goed, want pfoe! Het stinkt. Als het te koud is, ga ik gewoon helemaal niet naar buiten. Mij niet gezien!

hier vind je mij

Mijn soort komt voor in de Waalse bossen, maar ik leef ook in open gebieden. Bijvoorbeeld in open gebieden met gras en verspreide bosjes en heggen. Als we ons maar kunnen verstoppen in een hol, dat we zelf graven. Zo kunnen we genoeg eten en worden we weinig gestoord.

zo herken je mij

Ik ben 65 tot 80 centimeter lang. Dat is ongeveer net zo groot als een eettafel hoog is. Ik heb een grote, brede kop en een zwaargebouwd, beetje mollig lichaam. Met mijn korte, brede, bossige staart steel ik de show. Mijn gezicht lijkt een beetje op een eng masker. Dat is een waarschuwing voor andere dieren, om te laten zien dat ze geen ruzie met me mogen zoeken. Ik ben een vechtersbaas!

wat ik eet

Jagen? Dat vind ik maar gedoe. Ik eet gewoon wat ik tegenkom. Alles dus eigenlijk. Ik draai zelfs koeienvlaaien om, zodat ik de beestjes die eronder zitten op kan eten. Ik eet ongeveer een halve kilo per dag, dus het duurt uuuren voor ik genoeg heb gegeten. In de zomer en de hersft eet ik nóg meer, zodat ik een vetlaagje heb voor de winter. Door die vetlaag en mijn dikke huid, ben ik nergens bang voor. Ik roof makkelijk een wespennest leeg en ben niet bang om een egel vast te pakken.

meer productinformatie

beoordeling

goed idee

artikel is toegevoegd aan je mandje